Belastingen op winstdeelname in een pensioenfonds

De winstdeelnemingen die worden toegekend in het kader van een pensioentoezegging die wordt beheerd in het kader van een afzonderlijk vermogen van een instelling voor bedrijfspensioenvoorzieningen zijn onderworpen aan de jaarlijkse taks op de winstdeelnemingen zoals bepaald in art. 183bis e.v. WDRT en vrijgesteld van inkomstenbelastingen in hoofde van de begunstigden op grond van en onder de voorwaarden art. 40, WIB 92. De overdracht van de pensioentoezeggingen die thans beheerd worden in de vorm van groepsverzekeringen aan de Organismen voor de Financiering van Pensioenen worden niet beschouwd als een (belastbare) betaling of toekenning overeenkomstig art. 364ter, WIB 92.

2012.154

Onderverdeling van de dekkingswaarden

De IBP-rapportering zal vanaf het boekjaar 2014 een aantal veranderingen ondergaan.

Een van die wijzigingen slaat op de onderverdeling van de dekkingswaarden van de technische voorzieningen en de activa die als tegenwaarde dienen van de solvabiliteitsmargegrondig.

Deze wijziging streeft een drievoudig oogmerk na:

  • Vooreerst wenst de FSMA een nog beter inzicht te krijgen in de beleggingen van IBP’s en de daarmee verbonden risico’s;
  • De nieuwe indeling wil ook een aantal onduidelijkheden wegwerken met het oog op een meer uniforme en dus vergelijkbare rapportering;
  • Ten slotte beoogt de nieuwe indeling om beter te kunnen antwoorden op vragen naar informatie van instanties zoals Eiopa en de OESO.

Gelieve als bijlage de nieuwe samenvattende opgave van de dekkingswaarden van de technische voorzieningen te vinden. De inhoud van de samenvattende staat van de activa die als tegenwaarde dienen van de solvabiliteitsmarge is dezelfde.

Dekkingswaarden_van_de_technische_voorzieningen

Circulaire FSMA_2014_14 van 15/12/2014 betreffende de jaarrekening

Gelieve in bijlage de Circulaire FSMA_2014_14 van 15 december 2014 betreffende de jaarrekening van de Instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening te vinden. Deze circulaire vervangt circulaire CBFA_2008_15 van 1 juli 2008. Net zoals de vorige circulaire verschaft zij meer duidelijkheid over een aantal bepalingen inzake de jaarrekening van de IBP’s. Ze beoogt op deze wijze het opstellen van de jaarrekening te vergemakkelijken en de transparantie van de rapportering te verbeteren.

De circulaire treedt onmiddellijk in werking en zal dus gelden voor de jaarrekening over het boekjaar 2014.

circulaire_jaarrekening_IBPs

Praktijkgids voor het verkrijgen van een toelating of een uitbreiding van de toelating door een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening naar Belgisch recht

Deze praktijkgids beschrijft de te volgen procedure en bepaalt de inhoud en de vorm van de aanvragen tot toelating of uitbreiding van de toelating die bij de FSMA worden ingediend door de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening naar Belgisch recht. Deze procedure wordt geregeld door de bepalingen van de artikelen 52 tot 61 van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (“WIBP”) en houdt onder meer in dat bij de FSMA een verzoek wordt ingediend, samen met bepaalde inlichtingen en documenten.

De praktijkgids vervangt het memorandum voor het verkrijgen van een toelating of een uitbreiding van de toelating door een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening naar Belgisch recht uit 2007, dat in 2010 werd geactualiseerd, om rekening te kunnen houden met de doorgevoerde wetswijzigingen.

Zo is de FSMA de bevoegde autoriteit sinds de “Twin Peaks”-hervorming.

Daarnaast stelt artikel 28 van het koninklijk besluit betreffende de vergoeding van de werkingskosten van de FSMA ter uitvoering van artikel 56 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten dat de IBP’s die een aanvraag tot vergunning indienen, een bijdrage van 2.500 EUR verschuldigd zijn aan de FSMA voor het onderzoek van deze aanvraag.Praktijkgids FSMA

Benchmark voor prudent karakter van een pensioenfonds

De Belgische wetgeving legt op dat een pensioenfonds voldoende prudent moet zijn bij het vaststellen van haar technische voorzieningen. In tegenstelling tot andere landen worden er evenwel geen rekenregels opgelegd om de hoogte van de technische voorzieningen te bepalen. Ieder pensioenfonds moet in functie van haar risico’s deze rekenregels vaststellen.

In een seminarie van 17 maart geeft de CBFA een benchmark waartegen kan geoordeeld worden of een pensioenfonds een prudente buffer heeft of niet. De benchmark wordt bepaald door de verhouding van de “langetermijn technische voorzieningen” (LTV) ten aanzien van de “kortetermijn technische voorzieningen” (KTV).

Verhouding
Percentage van IBP’s Percentage van balanstotaal
LTV / KTV 2008 2009 2008 2009
>150% 5.37% 9.01% 10.27% 18.73%
>125% 15.12% 21.81% 25.77% 29.84%
>120% 20.98% 27.13% 29.00% 33.77%
>115% 27.80% 38.30% 35.71% 45.51%
>110% 40.00% 52.13% 46.58% 51.19%
>105% 57.56% 67.55% 72.50% 73.02%
>100% 75.12% 87.23% 88.18% 94.77%
100% 24.88% 12.77% 11.82% 5.23%

Wet IBP – officieuze coördinatie in het Duits

De hierna volgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen (Belgisch Staatsblad van 10 november 2006), zoals ze achtereenvolgens werd gewijzigd bij :

  • het koninklijk besluit van 21 april 2007 tot omzetting van bepalingen van de Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad, en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad (Belgisch Staatsblad van 27 april 2007);
  • de wet van 6 mei 2009 houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 19 mei 2009);
  • de wet van 6 april 2010 tot versterking van het deugdelijk bestuur bij de genoteerde vennootschappen en de autonome overheidsbedrijven en tot wijziging van de regeling inzake het beroepsverbod in de bank- en financiële sector (Belgisch Staatsblad van 23 april 2010).

Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.

BS20101124

Pensioenfondsen – memorandum voor de nieuwe regering

Er zijn in België 246 pensioenfondsen, die instaan voor de financiering en het beheer van de beroepsgebonden aanvullende pensioenen: m.a.w. de pensioenen van de tweede pijler, hun belangen worden behartigd door de Belgische Vereniging van Pensioeninstellingen (BVPI) die alle pensioeninstellingen zonder winstoogmerk, verenigt. Hiertoe treedt zij op als woordvoerder in alle aangelegenheden betreffende de aanvullende pensioenvoorziening.

BVPI’s aanbevelingen voor de nieuwe regering

  • Veralgemening van de tweede pijler via pensioenfondsen: geen wettelijke verplichtstelling maar aanmoediging van de sociale partners om aandacht te geven aan een aanvullend pensioen tijdens het collectief overleg en de ontwikkeling van een aanvullend pensioen voor contractuele ambtenaren;
  • Het stimuleren dat de aanvullende pensioenvorming op een flexibele manier kan dienen als middel tot het verwerven van een onroerend goed of woonrecht vermits pensioenen, wonen en zorg onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn;
  • Stabiliteit en rechtszekerheid inzake het wettelijk en prudentieel kader;
  • Vrijwaring van de huidige fiscaliteit en parafiscaliteit;
  • Behoud van de sociale wetgeving;
  • Vereenvoudiging op administratief en reglementair vlak zodat ook de kosten onder controle kunnen worden gehouden en de kleinere OFP-pensioenfondsen levensvatbaar blijven;
  • Op Europees vlak (o.m. via het voorzitterschap van België), het aan banden leggen via reglementaire en fiscale maatregelen van speculaties op de financiële markten en zodoende het vertrouwen herstellen in de financiële markten voor de lange termijnbeleggers zoals de OFPpensioenfondsen;
  • De ambitie hebben om België op de kaart te zetten in de niche van de (pan-)Europese pensioenfondsen door het beter bekendmaken en promoten van het aantrekkelijk kader in België voor deze fondsen, wiens totale activa overeenkomen met meer dan 1/3 van het BBP der EUlidstaten, en waardoor België de bijhorende financiële en daarmee gelieerde dienstverlening, zoals actuariële, juridische dienstverlening, vermogensbeheer, bewaarneming, etc… kan aantrekken;
  • Afstemmen van de pensioenopbouw voor zelfstandigen aan de economische omgeving.

BVPI_2010_Memorandum_voor_de_nieuwe_regering

CBFA circulaire eCorporate voor pensioenfondsen

De CBFA heeft de circulaire eCorporate gepubliceerd voor de IBP pensioenfondsen (cbfa_2010_08). Deze circulaire heeft als doel:

  • het nieuwe beveiligde platform (eCorporate), zijn doelstellingen en zijn praktische toegangsmodaliteiten voor te stellen;
  • te omschrijven welke kwalitatieve informatie (verslagen, verklaringen, …) via dit nieuwe platform aan de CBFA dient te worden overgelegd;
  • het invoeren en via dit nieuwe platform ter beschikking stellen van samenvattende fiches met informatie eigen aan elke IBP:
    – de identificatiefiche (signaletiekgegevens);
    – de rapporteringsfiche (verplichtingen inzake kwalitatieve, financiële en andere rapportering).

cbfa_2010_08

eCorporate_Handleiding