De Commissie voor Aanvullende Pensioenen heeft de problematiek van de uittreding geanalyseerd binnen het kader van de WAP. Zo worden situaties als uittreding beschouwd (wegens de beëindiging van de arbeidsovereenkomst) die eigenlijk niet (of niet noodzakelijk) geviseerd zouden moeten worden. Dat wil zeggen waarbij het niet de bedoeling is dat de actieve aansluiting ophoudt. Het gaat onder meer om de multiwerkgeverspensioentoezeggingen, waarbij de werknemer overgaat van één aangesloten werkgever naar een andere en eventueel: de multisectorpensioentoezeggingen.
Om aan deze problematiek tegemoet te komen heeft de Commissie voor Aanvullende Pensioenen een tekstvoorstel van wet geschreven dat hieraan tegemoet komt.
Het voorstel van oplossing bestaat erin dat men inrichters van aanvullende pensioenplannen toelaat een overdracht van rechten te organiseren. De overdracht houdt een schuldvernieuwing of novatie in zoals voorzien in de artikelen 1271 BW en volgende. Het gaat niet om de overdracht van een schuldvordering zoals voorzien in de artikelen 1689 BW en volgende.
De overdracht tussen inrichters wordt geregeld in een zogenaamde uittredingsovereenkomst. Deze overeenkomst neutraliseert de mogelijke negatieve gevolgen van de uittreding in hoofde van de aangeslotene. Voor de aangeslotene houdt de overdracht in dat er niets verandert aan zijn pensioentoezegging. Het lijkt derhalve alsof er niets gebeurt. Alle plichten van de eerste inrichter gaan via de overdracht over naar de tweede inrichter die instemt met de overname van de plichten. Alle rechten en plichten van de overdrager worden zo overgenomen door de tweede inrichter die de overnemer is. Alle rechten die een aangeslotene kon doen laten gelden ten opzichte van de overdrager vóór de overdracht blijven onverminderd geldig tegen de overnemer.
Doordat de overdracht de uittreding als het ware neutraliseert mag de aangeslotene geen enkel nadeel ervaren. Vandaar dat er ook geen tekorten mogen zijn op het ogenblik van de overdracht. Alle mogelijke tekorten moeten opgevangen zijn. De modaliteiten van de financiering van eventuele tekorten kunnen onderling worden geregeld door de inrichters. Een aangeslotene kan geen afstand van recht doen van het opvangen van een tekort. Hij mag een tekort derhalve niet dekken. De nietigheid van de overdracht is in deze zin absoluut.
Advies nr. 33 Commissie voor Aanvullende Pensioenen dd 5 april 2011