Sorry, this entry is only available in Nederlands.
Tag: Sectorplan
(Nederlands) Interpretatieproblemen voor sectorplannen bij nieuwe Sigedis instructies 01.12
(Nederlands) Tweejaarlijks verslag betreffende de sectorale pensioenstelsels
Tweejaarlijks verslag over de sectorale pensioenstelsels
Om de evolutie van de sectorale pensioenstelsels te kunnen volgen, heeft de wetgever de FSMA de opdracht gegeven om daarover tweejaarlijks een verslag op te stellen (artikel 50 van de WAP). Dit verslag is het derde tweejaarlijks verslag en betreft de periode 2008- 2009.
Op 31 december 2009 bestonden er in 28 paritaire comités of subcomités één of meerdere sectorale pensioenstelsels.Rekening houdend met de bijzonderheden binnen deze paritaire comités komt men eind 2009 op een totaal van 32 sectorale pensioenstelsels. In de 28 paritaire comités waar op 31 december 2009 een sectoraal pensioenstelsel van kracht was, waren op dat ogenblik in totaal 756.485 werknemers actief, een stijging met 12% ten opzichte van 2007. Deze werknemers waren tewerkgesteld bij 78.804 werkgevers.
Bij de 19 stelsels met een lineaire loongerelateerde bijdrage, voorzien er 12 in een bijdrage27 tussen 1% en 1,75% van het loon. Deze 12 stelsels vertegenwoordigen met 84% de ruime meerderheid van de actieve aangeslotenen bij dit type pensioenstelsel. Voor 14% van de aangeslotenen (bij 4 stelsels) bedraagt de bijdrage minder dan 1% van het loon. Slechts 2% van de aangeslotenen (bij 3 stelsels) heeft een bijdrage groter dan 1,75% van het loon. De gemiddelde bijdrage per stelsel bedraagt 1,49%, tegenover 1,38% in 2007. De gemiddelde bijdrage per aangeslotene bij deze stelsels bedraagt 1,36%. Bekijkt men enkel de stelsels van peer group 1, dan bedraagt de gemiddelde bijdrage per stelsel 1,29% en de gemiddelde bijdrage per aangeslotene 1,31%.
Vrijstellingen van verzekeringstaks voor FBZ
De minister van Financiën antwoordt op vraag van mevrouw de volksvertegenwoordiger Meryame Kitir dat sectorale pensioenplannen die ingericht worden door een Fonds voor Bestaanszekerheid genieten van een vrijstelling van de jaarlijkse taks op de verzekeringsverrichtingen van 4,40%.
De Fondsen voor Bestaanszekerheid worden immers beschouwd als openbare instellingen die op basis van het Wetboek diverse rechten en taksen (artikel 176/2, 6°) zijn vrijgesteld van de jaarlijkse taks op de verzekeringsverrichtingen.
Sectoraal pensioenstelsel voor de erkende zeevissers
In het Belgisch Staatsblad is de gewijzigde CAO van 23/12/2008 verschenen m.b.t. een sectoraal pensioenstelsel voor erkende zeevissers.
De erkende zeevissers hebben recht op een forfaitaire pensioenbijdrage van € 425 (geïndexeerd) per jaar. Daarnaast wordt € 75 gestort voor de financiering van een bijkomende verzekering bij overlijden of permanente arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval. In dat geval wordt een kapitaal uitgekeerd van € 25.000.
Evolutie van contractueel pensioen voor niet-statutairen
Op vraag van mevrouw Becq antwoordt de minister van pensioenen op 21 september 2009 dat er een algemeen wetgevend kader zal worden ingediend voor eind 2009.
De doelstelling is om het verschil tussen het pensioen van een werknemer en een vastbenoemde ambtenaar integraal weg te werken. Het voorstel zal geen termijn hiervoor vastleggen, noch een minimum bijdrage voorzien. Er wordt enkel een algemeen kader geschept dat als basis kan dienen voor onderhandelingen.
Parlementaire vraag van Sonja Becq dd 29/07/2009 over een aanvullend pensioen voor contractuelen
AG Insurance haalt collectieve hospitalisatieverzekering van de bouwsector binnen
AG Insurance slaagde er in om de collectieve hospitalisatieverzekering van de bouwvakkers in de wacht te slepen. In die sector zijn zo’n 170.000 bouwvakkers actief.
Die collectieve verzekering komt er ter uitvoering van het sectoraal akkoord 2009-2010 waardoor alle bouwvakkers vanaf 1 januari 2010 een collectieve hospitalisatieverzekering genieten. De polis wordt gefinancierd met geld van het Fonds voor Bestaanszekerheid van de Werklieden uit het Bouwbedrijf, waarvan Daniel Vanhaeverbeke directeur-generaal is.
Arbeiders die al via hun werkgever een collectieve hospitalisatieverzekering genieten, zullen pas toetreden op de eerstvolgende vervaldag na 1 januari 2010 waarop dit plan opgezegd kan worden. Aangezien de verzekering alle bouwvakkers dekt, hebben de bouwbedrijven er alle belang bij om hun bestaande polis op te zeggen.
In het sectorakkoord is ook afgesproken dat gezinsleden aangesloten zullen kunnen blijven, als ze dat vandaag ook al zijn. Die premies moeten dan wel door die gezinsleden zelf worden gedragen en die liggen volgens Vanhaeverbeke ook iets hoger dan de premie die de sector voor de bouwvakkers uit de brand heeft kunnen slepen.
Het fonds betaalt een vaste premie van 110 euro per jaar voor elke bouwvakker. Een en ander betekent dat AG Insurance jaarlijks pakweg 18 miljoen euro binnenhaalt.
Pension Architects, het adviesbureau van Ivan Eulaers, trad als adviseur op voor het fonds en zorgt ook mee voor de verdere implementatie en technische ondersteuning.
Volgens Vanhaeverbeke bleven in de laatste fase alleen nog AG Insurance en DKV Belgium over.
Bron: “Assuropolis”, Kluwer, 7/09/2009
Overgangsbepalingen in PC voor uitzendarbeid
Het PC voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, hebben op 9 december 2008 een CAO onderschreven.
De CAO vertrekt van de preambule dat er een groeiend aantal sectoren waar de uitzendkrachten tewerkgesteld zijn , een eigen sectorale pensioenpijler uitgewerkt hebben. Voor werknemers die tewerkgesteld zijn in sectoren met een sectorale pensioenregeling wordt het brutoloon verhoogd.
De sociale partners engageren zich om te onderzoeken of de creatie van een intersectoraal systeem op het niveau van de uitzendsector mogelijk kan zijn.
Aanvullend pensioen voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap
In het Belgisch Staatsblad van 5 juni wordt de CAO goedgekeurd van 31 maart 2008 gesloten in het PC voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap.
De CAO richt een fonds voor bestaanszekerheid op genaamd “sociaal fonds 318.02 tot aanvullende financiering tweede pensioenpijler”.
Het fonds zals gefinancierd worden door werkgeversbijdragen die per kwartaal 0,185% bedragen van het brutobedrag van de bezoldigingen. Voor 2008 worden deze bijdragen enkel in het vierde kwartaal geïnd o.b.v. 0,74% van de bezoldigingen van dat kwartaal.
De CAO voorziet tevens opting-out.