Wanneer de werkgeversbijdragen voor een levensverzekeringscontract op het ogenblik dat zij worden gestort, als bezoldigingen moeten beschouwd worden in hoofde van de werknemer omdat de pensioenopbouw wordt verricht in zijn definitief en uitsluitend voordeel, worden de latere uitkeringen niet als een uitgesteld beroepsinkomen belast op grond van art. 34, § 1, 2° WIB92.
Continue reading “Uitkering levensverzekeringscontract en tijdstip van belastbaarheid”