Op de vordering tot uitvoering van een verbintenis die ontstaan is uit een arbeidsovereenkomst maar met vervaldag na het beëindigen van die overeenkomst — in casu een vordering tot herberekening van een aanvullend pensioenkapitaal — is de in artikel 15 A.O.W bepaalde verjaringstermijn toepasselijk. Die verjaringstermijn vangt slechts aan op het ogenblik dat het recht opeisbaar wordt.
Een betwisting die betrekking heeft op de interpretatie en toepassing van een pensioenplan is een betwisting die uitsluitend de uitvoering van de verbintenissen opgenomen in het kader van de arbeidsovereenkomst en het daarin geïntegreerde pensioenplan tot voorwerp heeft en kan enkel ingesteld worden tegen de werkgever.
Arbh. Brussel 5 mei 2009, J.T.T. 2009, 393-394.
Bron: Leergang Pensioenrecht 2009-2010, nr. 2, 27/11/2009