Voor de WAP bestond een ongelijke behandeling tussen voorzorgsinstellingen, bedrijfsleidersverzekeringen en groepsverzekering voor wat betreft de opname van kapitaal of afkoopwaarden aan gunstige voorwaarden. Voor voorzorgsinstellingen/bedrijfsleidersverzekeringen was een werkelijke pensionering nodig, wat betekent dat de activiteit definitief moet stopgezet worden, om het tarief voorzien in art. 171, 4°, g WIB te verkrijgen, en dit in tegenstelling tot groepsverzekeringen waar het kapitaal ook aan dit tarief werd belast bij het einde van het contract of binnen de 5 jaar daaraan voorafgaand, dus zonder de vereiste van effectieve pensionering of stopzetting activiteiten.
Deze ongelijkheid wordt opgegeven door de WAP, maar in de overgangsbepalingen op artikel 27 tot 31/12/2009 voor de bestaande contracten, voorziet artikel 93 in het instandhouden van de ongelijke behandeling.