Een onderneming betaalde aan haar werknemers een afscheidspremie bij pensionering. De BVBA is niet verplicht om deze vergoeding te betalen. In die zin moeten de uitbetaalde afscheidspremies worden beschouwd als een aanvulling van het pensioen van deze werknemers.
Krachtens artikel 2, lid 3 van de loonbeschermingswet worden vergoedingen “die moeten worden beschouwd als een aanvulling van de voordelen toegekend voor de verschillende takken van de sociale zekerheid” niet als loon beschouwd. Het heeft geen belang of deze premie eenmalig is, welke omvang de premie heeft, welke parameters zijn gebruikt om de premie samen te stellen, en of deze parameters al dan niet zijn geput uit de voorheen bestaande tewerkstelling. Enkel de intentie van de werkgever telt. De RSZ beschouwde de premie dus onterecht als loon.
Arbh. Antwerpen 23 april 2010, Socialweb 16 augustus 2010.
Bron: Leergang Pensioenrecht 2010-2011, nr. 1, 15 september 2010