Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Hasselt dd. 04.02.2009 – Eisers bezitten de Nederlandse nationaliteit maar hebben hun woonplaats naar België overgebracht. Zij hebben pensioenrechten opgebouwd binnen een Nederlandse vennootschap dewelke schriftelijk werden vastgelegd in een pensioenbrief. In het jaar 1993 betaalde deze Nederlandse vennootschap een afkoopsom aan eerste eiser. Deze som vertegenwoordigde de afkoopwaarde van de pensioenrechten ten voordele van de belastingplichtigen opgebouwd door stortingen gedaan door de in Nederland gevestigde besloten vennootschap.
De betwisting betreft de vraag of de afkoopwaarden van deze rechten als een uitgesteld beroepsinkomen in toepassing van art. 34, § 1 belastbaar is. De Rechtbank dient na te gaan, aan de hand van de overlegde stukken als daar zijn de pensioenbrief, of de premiestortingen in het individuele en definitieve voordeel van de begunstigden werden verricht.
De Rechtbank komt tot het besluit dat de pensioenrechten van eerste eiser in zijn uitsluitend en definitief voordeel werden aangelegd, zodat dit voordeel te beschouwen was als een onmiddellijk en definitief verworven voordeel voor eisers op het ogenblik van de premiestorting door de werkgever van eerste eiser. De kapitaalsuitkering kan dan ook niet als een uitgesteld bedrijfsinkomen worden belast in hoofde van eisers.
Rb. Hasselt 4 februari 2009, AR nr. 01/711/A, FiscalNet 19 november 2009.
Bron: Leergang Pensioenrecht 2009-2010, nr. 3, 23 januari 2010