10% belastingen bij overlijden na je 65ste

De belastingadministratie heeft in een circulaire van 22 april 2009 bevestigd dat ook het belastingtarief van 10% van toepassing is voor personen die overlijdt na de wettelijke pensioenleeftijd, maar zijn aanvullend pensioenkapitaal nog niet heeft opgenomen.

Zie ook het nieuwsbericht van 5 januari 2009

Circulaire nr.Ci.RH.241/589.840 (AOIF Nr. 19/2009) dd 22.04.2009

Personenbelasting

Berekening van de PB.

Aanvullend pensioen

Belastingstelsel van het aanvullend pensioen

Aan alle ambtenaren van de niveaus A, B en C.

Afschrift van de hierna vermelde brief wordt gericht aan alle ambtenaren van de niveaus A, B en Cvoor kennisgeving en naricht.

Voor de administrateur

Kleine en Middelgrote Ondernemingen :

De Directeur,

S. QUINTENS

—————————————————————————————————————————-

Inkomstenbelasting

Geachte mevrouw Lievens,

Aansluitend op uw onder referte vermelde e-mail en na uitvoerig onderzoek terzake deel ik u hierbij het volgende mee.

De artikelen 101 tot 105 van de Wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact (Belgisch Staatsblad van 30.12.2005, 2de editie) voeren een gunstig belastingregime in voor de aanvullende pensioenkapitalen die vanaf 1 januari 2006 in het kader van de tweede pensioenpijler ten vroegste bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd worden uitgekeerd aan de begunstigde die minstens tot aan die leeftijd effectief actief is gebleven (artikel 169, § 1, derde en vierde lid, artikel 171, 2°, b en 4°, f, artikel 515bis, zevende lid, en artikel 515quater, § 1, b en c, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92)).

Deze maatregel kadert in één van de hoofddoelstellingen van het generatiepact, met name de beroepsbevolking ertoe aanzetten om tot aan de wettelijke pensioenleeftijd aan het werk te blijven.

Wanneer iemand echter effectief actief is gebleven tot aan de wettelijke pensioenleeftijd maar overlijdt vooraleer hij de uitkering van zijn aanvullend pensioenkapitaal heeft opgevraagd of ontvangen, komt het kapitaal toe aan de persoon die als begunstigde in geval van overlijden is aangeduid, bijvoorbeeld de langstlevende echtgenoot of de kinderen. Op basis van de voornoemde wettelijke bepalingen moeten de voorwaarden voor het gunsttarief beoordeeld worden in hoofde van de begunstigde van de uitkering. In geval van een uitkering bij overlijden, is het heel goed mogelijk dat in hoofde van de begunstigde (bijvoorbeeld de kinderen van de verzekerde) niet is voldaan aan de hoofdvoorwaarde (effectief actief blijven tot aan de wettelijke pensioenleeftijd) voor het gunstig belastingstelsel.

Uit de parlementaire werkzaamheden (DOC 51 2128/001, blz. 56 en 57) blijkt evenwel dat het de bedoeling was van de wetgever om de voorwaarden zoals het tijdstip van de uitkering en het “effectief actief blijven tot aan de wettelijke pensioenleeftijd” te beoordelen in hoofde van de werknemer of de zelfstandige op wiens naam het aanvullend pensioen wordt opgebouwd. Dit is ook volledig in overeenstemming met de voormelde doelstelling van het generatiepact.

Daarom is het initiatief genomen om de wetgeving terzake in overeenstemming te brengen met de bedoeling van de wetgever.

Artikel 169, § 1, derde en vierde lid, artikel 171, 2°, b, en 4°, f, artikel 515bis, zevende lid, en artikel 515quater, § 1, b en c, WIB 92 is bij artikel 124, respectievelijk artikel 125, a) en b), artikel 128, 2°, en artikel 129 van de Wet van 22 december 2008 houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 29.12.2008, 4de editie) dan ook in die zin aangepast zodat voortaan het gunstig belastingregime van toepassing is in zover de kapitalen bij leven ten vroegste bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd worden uitgekeerd aan de begunstigde die minstens tot aan die leeftijd effectief actief is gebleven of in zover de kapitalen worden uitgekeerd bij overlijden na het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd en de overledene tot die leeftijd effectief actief is gebleven.

Die wijzigingen zijn ingevolge artikel 134, tiende lid, van de voormelde wet van 22 december 2008 van toepassing op de uitkeringen die worden betaald of toegekend vanaf 1 januari 2009.

Bij wijze van administratieve tolerantie mag het voormelde nieuwe belastingregime echter ook in elk stadium van de fiscale procedure worden toegepast voor de uitkeringen die vóór 1 januari 2009 zijn betaald of toegekend.

Hoogachtend,

Voor de administrateur

Kleine en Middelgrote Ondernemingen,

(w.g.) S. QUINTENS

Directeur

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *